Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Eenzaamheid heeft vele gezichten: 'Ik mis zo zijn arm om me heen'

Soms kom ik op plekken waar écht bijna nooit een mens komt

Eenzaamheid heeft veel gezichten. De één zoekt haar bewust op, de ander moet alleen aan het werk, en de volgende is eenzaam na een verlies. Wat doet dat met je? 

Deel:

Soms kom ik op plekken waar bijna nooit een mens komt.

Tamar Valkenier reist al acht jaar in haar eentje de hele wereld over, meestal per fiets. Tijdens haar reizen ontmoet ze met enige regelmaat anderen, maar ze is ook periodes bijna 24 uur per dag alleen. 

“Ik vind het heerlijk dat ik geen rekening hoef te houden met anderen. Als je samen met iemand op reis gaat, moet je de hele dag dingen met elkaar afstemmen. Nu kan ik continu van gedachten veranderen. Om écht alleen te zijn, moet ook ik enorm m’n best doen. Overal kom ik wel nomaden tegen of een verstopt dorpje. Soms kom ik op plekken waar écht bijna nooit een mens komt. Zoals heel diep in de bergen van Nieuw-Zeeland, waar alleen maar dieren leven. Het voelt zo gaaf om dan te bedenken: ik ben de enige mens die hier nu rond mag lopen.

Soms heb ik anderen nodig. Zo fietste ik zes jaar geleden door Australië en wilde ik er bergbeklimmen, maar dan moet iemand anders je zekeren. Daar ontmoette ik mijn man, hij wilde wel mijn klimpartner zijn. Een jaar geleden zijn we getrouwd, maar nog steeds trekken we graag ons eigen plan. Zo ben ik op rondreis door Duitsland en is hij heel ergens anders. In oktober zien we elkaar weer.

Toch voelt het nooit alsof ik mijn vrienden en familie écht in de steek laat. Mijn vader spreek ik bijvoorbeeld regelmatig. Dan facetime ik hem en zeg ik: ‘Kijk pap, dit is het noorderlicht.’ Of ik laat hem een uitbarstende vulkaan zien. Verder zoek ik mijn vrienden en familie op of reizen ze soms met mij mee. Door het samen reizen ontstaan er vriendschappen voor het leven. Dat is veel meer qualitytime in vergelijking met toen ik af en toe met ze afsprak voor een wijntje op de vrijdagmiddag.

Soms heb ik een paar maanden geen bereik en spreek ik mijn thuisfront niet, maar ook dan weet ik dat daar een einde aan komt. Ik leef in het moment, waardoor ik er geen last van heb. Toen ik bijvoorbeeld over de Baltische Zee schaatste, had ik helemaal geen tijd voor die telefoon. Ik schaatste gewoon. Natuurlijk voelde ik me alleen toen ik voor het eerst op de fiets stapte of toen ik mijn been brak in Mongolië. Maar doordat ik inmiddels zo veel heb meegemaakt, weet ik nu bij elke tegenslag: dit kan ik aan.”

Daniel Kroezen over eenzaam beroep
Daniel Kroezen over eenzaam beroep. Credits: Nathalie van der Straten - Folkersma.

‘Ik voer hele gesprekken met God’

Daniël Kroezen (46) is vrachtwagenchauffeur en rijdt door heel Nederland, België en Duitsland. Regelmatig maakt hij nachtritten. Dat betekent dat hij ’s nachts eenzaam achter het stuur zit en dat hij overdag slaapt. Tijd voor een sociaal leven heeft hij amper.

“Wanneer ik rijd, zit ik urenlang alleen in mijn cabine achter het stuur. Vanwege de rijtijdenwet moet een chauffeur iedere 4,5 uur stoppen en 45 minuten pauzeren. Vaak stop ik dan op een parkeerplek of op een industrieterrein langs de snelweg, maar dat zijn donkere en eenzame plekken waar je ’s nachts natuurlijk niemand spreekt. Aan het eind van de nachtrit kom ik ’s morgens vroeg thuis en dan duik ik mijn bed in. ’s Avonds moet ik dan weer op pad, dus voor sociale contacten is er eigenlijk geen ruimte. Datzelfde geldt trouwens ook wanneer ik dagdiensten draai. Meestal moet ik dan om 5.00 uur al rijden, dus de avond ervoor lig ik vroeg op bed. Dat voelt soms best eenzaam.Gelukkig zijn er wel manieren om digitaal contact te hebben onderweg, door bijvoorbeeld iemand te bellen via FaceTime. Ook al is dat ’s nachts meestal geen optie, omdat iedereen dan lekker ligt te slapen. Vroeger, in de tijd dat mijn vader reed, waren er wat communicatie betreft nog minder mogelijkheden. Je kon alleen een collega oproepen via een MC-bakkie, een soort radio, maar daar hield het wel een beetje mee op. Ik kan me voorstellen dat het toen – met name in de nachten – nog veel eenzamer voelde.

Onderweg luister ik tijdens lange, eenzame ritten om de stilte te doorbreken graag naar preken. Ik heb duizenden gigabytes aan materiaal. Dat klinkt slaapverwekkend, maar meestal blijf ik daar wel wakker bij, haha. Ook luister ik graag naar muziek uit de jaren zestig of naar wetenschappelijke programma’s op de radio. Ik vind het prettig om te weten welke ontwikkelingen er bijvoorbeeld zijn op technologisch gebied. Hoewel ik veel eenzame uren doormaak, praat ik niet vaak tegen mezelf. Wel voer ik hele gesprekken met God. Hoewel ik niet daadwerkelijk zijn stem hoor, krijg ik toch antwoord. Bijvoorbeeld in een lied dat ik direct daarna op de radio hoor.

De nadelen van mijn beroep? De eenzame uren zijn niet altijd fijn, maar aan de andere kant: er is niemand die aan je hoofd loopt te zeuren, en dat is best prettig!”

Majorie Winter over eenzaamheid na overlijden
Majorie Winter over eenzaamheid na overlijden. Credits: Nathalie van der Straten - Folkersma.

‘In bed mis ik zó zijn arm om me heen’

Op 8 mei 2020 verloor Majorie Winter (45) plotseling haar partner Clifton aan de gevolgen van een hersenbloeding. Marjorie en haar twee kinderen hebben ADHD en Clifton zorgde voor regels, structuur en gezelligheid. Hij gaf Majorie veel liefde en zelfvertrouwen. Zijn sterven laat een enorme leegte achter.

“Ik voel me vooral ’s avonds erg eenzaam. Als de kinderen naar bed zijn, heb ik niemand meer bij me op de bank om samen een filmpje mee te kijken. In bed heb ik een lege plek naast me en dan mis ik zó zijn arm om me heen. Op die momenten voel ik me leeg. Als ik ergens mee zit of tegen problemen aanloop, heb ik niemand om mee te praten. Clifton overleed in een periode waarin er allerlei maatregelen en beperkingen waren vanwege het coronavirus. Ik voelde me daardoor extra eenzaam, omdat ik ook amper naar de kerkdiensten kon. En met mijn broers en zussen heb ik heel weinig contact. Ik kon altijd bij Clifton terecht met mijn vragen en hij wist altijd wel een oplossing. Nu voel ik me vaak eenzaam omdat ik niet meer met hem kan overleggen. Hij is inmiddels ruim drie jaar geleden overleden, maar het verdriet en het gemis blijft.

Clifton was muzikant. Soms wanneer ik in de put zit, draai ik zijn muziek en kijk ik naar zijn foto’s. Ik bid en kan gelukkig mijn verdriet bij God altijd kwijt.

Ondanks het grote verlies probeer ik wel mijn leven weer op te pakken. Samen met Clifton zou ik een stichting oprichten om talentvolle kansarme jongeren te helpen hun talenten te ontwikkelen. Na zijn overlijden heb ik dat plan in mijn eentje doorgezet. Onlangs ben ik gestart met de Your Talent Foundation. Dankzij subsidie krijgen jongeren straks van professionele docenten les in zang, dans, toneel, film, fotografie, vloggen of spoken word, eigenlijk alles wat met artistieke ontwikkeling of media te maken heeft. We creëren dan samen met deze jongeren theatervoorstellingen over allerlei maatschappelijke thema’s, zoals zinloos geweld.

Ik heb veel van Clifton geleerd. Hij vertelde mij altijd dat ik niet mocht opgeven en dat ik mijn ambities moest nastreven. ‘Het leven duurt niet lang, dus maak er wat moois van’, was zijn credo. Ik heb mijn leven weer aardig op de rit. Ik denk dat Clifton trots op me zou zijn.”

--:--